Zwolle – Midden in de nacht van 25 augustus 2021 horen agenten veel lawaai op de stikdonkere stadsgracht. Als ze met hun zaklampen over het water schijnen doemt een motorbootje met jongeren op. Een agent roept de feestvierders naar de kant. Pepijn B., een destijds 19-jarige Zwollenaar, start de motor en vaart naar de dienders. Omdat de gracht op die plek te ondiep is zwemt hij het laatste stukje naar de wal.
De agenten nemen hem daar een alcoholtest af. De Zwollenaar behaalt dan de hoogst mogelijk score. Op het politiebureau wordt een nauwkeurige test afgenomen. Het alcoholgehalte van de adem van B. blijkt dan 735 microgram per liter te zijn, meer dan drie keer de toegestane hoeveelheid. Vrijdag moest de Zwollenaar zich verantwoorden bij de politierechter.
De jonge Zwollenaar erkent vlotjes dat hij te veel had gedronken en naar de agenten is gevaren. Ook geeft hij ruiterlijk toe dat de motorboot geen verlichting had. “We hadden een paar fietslampjes want de accu was leeg.” Over de geluidsoverlast en de hinder die hij samen met vrienden veroorzaakte doet hij niet moeilijk. Hij begrijpt dat andere mensen er op dat tijdstip last van hebben. B. heeft er minder begrip voor dat hij nu in de rechtbank zit vanwege het varen onder invloed. “Wat moet ik anders doen als een politieman roept dat ik moet komen, niet gehoorzamen?” De politierechter wil weten hoe hij van plan was geweest om naar huis te gaan die nacht. “Een vriend zou de boot terugvaren,” antwoordt B.
Als de rechter een blik op het strafblad werpt van de Zwollenaar, ontdekt hij dat B. eerder dit jaar een boete van 400 euro heeft gekregen voor het rijden onder invloed op een snorfiets. Verder ziet hij nog een boete van 250 euro en een aantal veroordelingen door de kinderrechter staan. B. geeft aan dat het komt door een heftige gebeurtenis in het verleden. Momenteel gaat het een stuk beter met hem. Hij heeft een baan en is van plan om zijn studie weer op te pakken.
“Als ik de richtlijn van het OM volg staat hier een boete op van 1300 euro,” stelt de officier van justitie. Het verweer van B. veegt ze van tafel. “Ook een klein stukje varen naar agenten is verboden.” De officier wil dat er een stok achter de deur komt om te voorkomen dat B. opnieuw de fout in gaat. “Het besturen van een boot zonder verlichting en best wel fors onder invloed is levensgevaarlijk.” Ze eist een geldboete van 1000 euro, waarvan 500 euro voorwaardelijk. Dit met een proeftijd van twee jaar.
De politierechter deelt de mening van de officier, ook een klein stukje varen is strafbaar. “Het had op de weg gelegen van de verdachte om de agent te zeggen dat hij onder invloed was,” stelt de magistraat. “Hij had zijn vriend moeten vragen om naar de wal te varen.” De eis van het openbaar ministerie vindt de rechter te zwaar. Hij halveert de gevraagde boete, 500 euro waarvan de helft voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Pepijn B. kan prima leven met de opgelegde boete. Hij doet gelijk afstand van hoger beroep. Ook het OM geeft aan niet in hoger beroep te gaan. “Ik zou zeggen vaar voorzichtig,” zegt de politierechter als B. de rechtszaal verlaat. “Dat doe ik en fijne kerstdagen!”