Met heimwee denk ik terug aan de tijd dat de Veemarkt nog echt de veemarkt van Zwolle was. Zelfs de op een na grootste van Nederland. Gesloten in 2001 als gevolg van een enorme uitbraak van mond-en-klauwzeer, bekend als de MKZ-crisis.
Het vervolgonderwijs kreeg ik in de Veerallee, in wat nu heet het C.C.C. Vanuit veel lokalen konden we de Veemarkt en het daarop staande slachthuis zien. Het was ook de plek waar we op vrijdag, de wekelijke marktdag, tijdens een vrij uur, vaak naar toe gingen. Niet om de koeien – het klagelijk geluid van die beesten in het slachthuis was ons meer dan genoeg – maar om de handel aan de buitenranden van de markt.
Je kon het zo gek niet bedenken, voor alles wat op een boerenbedrijf gebruikt werd aan ‘klein spul’, kon je daar terecht. Van roodbonte zakdoeken, koeientouwen, melkemmers, uierzalf, scheppen, harken, rieken tot rikkepalen aan toe en voor alles wat daar dan weer tussen ligt.
Van de kennis daarvan maakten we gebruik om ooit onze aardrijkskundeleraar te verrassen. ’t Was een bijzondere man, met unieke pedagogische eigenschappen. Zijn naam was Zuurbier, maar zurig in zijn optreden was hij beslist niet, integendeel.
Hij kon, bijvoorbeeld, nadat hij een klasgenoot strafwerk had gegeven, de volgende dag bij ons in de klas komen – bij een collega – om dat strafwerk weer in te trekken omdat hij de dag ervoor, naar zijn zeggen, een slecht humeur had gehad.
Hij kon ook enorm foeteren op de school als organisatie. Toen bij vernieuwbouw bedacht werd dat in zijn lokaal de schoolborden niet meer omhoog en omlaag hoefden te kunnen gaan, barstte hij in ons aller bijzijn in woede uit. Hij deed, bijna liggend op de grond onder het schoolbord, voor hoe het is om dan aan de onderkant van een schoolbord te moeten schrijven.
Na afloop, het was op een marktdag, besloten we als klas, bij een van de handelaren daar een eenpotig melkkrukje te kopen dat je met riemen aan jezelf kon vastmaken. Mijnheer Zuurbier vond het, na het aanbieden in de volgende les, fantastisch en liep er ook daadwerkelijk mee rond in de klas.
Ik weet het zo net nog niet of ik nu de veemarkt en het gedoe eromheen mis of mijnheer Zuurbier. Nog niet zo lang geleden kwam ik hem in Epe tegen. Geen melkkrukje meer, wel zwaar leunend op zijn vrouw en een wandelstok.
Mijn gemoed schoot even vol.