Ik citeer: “Een groot pand bouwen mag er nou eenmaal en er komen ook veel bomen terug, stelt het dagelijks gemeentebestuur van Zwolle in een reactie op plannen van Scania om een megapand te bouwen op het schiereiland op de Kop van Voorst.” Einde citaat.
Zou de gemeentesecretaris ook bijhouden hoe vaak én hoeveel er rekening wordt gehouden met de bezwaren van Zwolse burgers tegen plannen van de gemeente? Hoeveel van elk bezwaar gegrond wordt verklaard? ’t Lijkt me interessant. Want alleen de reactie “er zal zoveel als mogelijk rekening worden gehouden met de ingebrachte bezwaren” zal niet voldoende kunnen zijn.
Als ik het in de Stentor van woensdag 31 juli goed lees, komt de reactie van de gemeente daar zo ongeveer op neer. Daarvan getuigen bijvoorbeeld de zinnen, en ik citeer weer: ”Het college zegt ‘de waarde en kansen van de gegraven watergang voor otters en bevers zeker in te zien’. ‘Zoals bij elk ruimtelijk project waar dit soort kansen liggen proberen we in samenspraak met de initiatiefnemer hier het beste uit te halen en waar mogelijk op te sturen.’“
En: “[Gemeente] Zwolle pareert kritiek op bouw megapand Scania en bomenkap op schiereiland: ‘Komt veel voor terug.’” Einde citaten. De zinnen in mijn vorige alinea doen echter vermoeden dat er, misschien wel tegen beter weten in, veel gaat verdwijnen. Allereerst het uitzicht.
De nieuwbouw, door Scania bedacht, zal 14 meter hoog worden. Dat is ongeveer gelijk aan een flatgebouw van zes verdiepingen, alleen de lengte en de breedte ervan zullen behoorlijk afwijken van een woontoren. Men weet vast nu al wel dat het er ‘soberder’ gaat uitzien.
De bomen. De aan die bouw gekoppelde bomenkap op ‘het schiereiland’ waar veel bewoners uit Holtenbroek zicht op hebben, is door Scania teruggebracht van 102 naar 95. Nog even en men vindt dat zelfs al “met een substantieel aantal”, maar dat terzijde. Men heeft het over herplanting, maar iedereen weet dat er geen bomen van hetzelfde formaat zullen terugkomen. Boompje groot, plantertje dood, wie kent het gezegde niet?
Persoonlijk vind ik het meest lachwekkende aan het verhaal dat de vergunning voor de bouw is afgegeven, maar over de bomenkap moet nog worden besloten. Die zal echt wel doorgaan met als argument: “Er is al vergunning verleend voor de bouw, dus…”
Om de schrijver Tollens nog eens te citeren: “Hier houdt de spreker stil: hij snikt; hij kan niet meer.”
