Zwolle – Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta) ving in 2020 weer minder muskusratten dan de jaren ervoor. Dit betekent dat het waterschap de populatie steeds beter onder controle krijgt.
Daarmee zet de landelijk dalende trend zich ook binnen deze regio voort. De cijfers liegen niet: van 10.105 gevangen muskusratten in 2016 naar 2691 vorig jaar is een daling van bijna 74 procent. In vergelijking met voorgaande jaren steeg het aantal gevangen beverratten tot achttien stuks Muskusratten worden gevangen omdat ze gangen en holen graven in dijken en oevers.
Een volwassen muskusrat kan met gemak zo’n twaalf kruiwagens vol zand verplaatsen per jaar. Dijken raken zo verzwakt en kunnen (deels) instorten. Daardoor is de bestrijding van muskusratten in ons land bij wet geregeld.
“Door meer te bestrijden bij de bron neemt de populatie jaar na jaar af,” zeggen teamleiders Muskusrattenbestrijding Bart Rosenboom en Johan Goos. In het voortplantingsseizoen, dat loopt van april tot augustus, bezetten mannetjes en vrouwtjes paarsgewijs een hol. Net als in de winter zijn de dieren in deze periode redelijk honkvast en worden daarom met klemmen bij deze bron, het nest, gevangen. “Bij een lage populatie in het ‘trekseizoen’ treffen de mannetjes en vrouwtjes elkaar minder en vermenigvuldigen ze zich daardoor minder. Want dat gaat razendsnel,” aldus Rosenboom en Goos.
Naast zijn graafschade is de muskusrat namelijk berucht om zijn ongeremde voortplantingsdrift. Van elk muskusrattenpaartje worden elk jaar zo’n twintig nakomelingen groot. Een vrouwtje kan in het jaar van geboorte al haar eerste jongen werpen en kan meerdere keren per jaar een nest werpen. Op die manier kan het aantal muskusratten in snel tempo toenemen.
In Mastenbroek, in de driehoek Zwolle-Kampen-Genemuiden, is het aantal gevangen ‘waterkonijnen’ de laatste jaren het sterkst gedaald. In 2014 vingen de muskusrattenbestrijders in deze polder nog 9449 muskusratten tegen 221 vorig jaar en is het inmiddels een van de minst ‘besmette’ gebieden. Een daling van bijna afgerond 98 procent.
Rosenboom en Goos: “Onze jongens in het veld leveren uitstekend werk, dat laten de resultaten wel zien. We krijgen de populatie steeds beter in de greep. Taak is nu om dat vol te houden. We willen in 2035 geslaagd zijn in het terugdringen van de muskusrat tot aan de Duitse grens. Daarvoor moeten wij naar nul vangsten per kilometer. Dat is een mooie uitdaging voor de komende jaren. Maar ook daarna moeten we alert en dus scherp blijven. Voor je het weet, loopt de populatie weer op.”
Muskus- en beverratten kunnen bij het waterschap gemeld worden. Voor bruine ratten kan contact worden opgenomen met de gemeente. Maar hoe is het verschil tussen deze ratten te zien? Op de speciale webpagina Herken de rat geeft het waterschap aan waaraan de verschillende ratten kunnen worden herkend.