Zwolle – Trainen, studeren, wedstrijden spelen, stage lopen en veel heen en weer reizen. Roos van Breukelen (19) heeft een druk bestaan. Maar wat wil je ook als je bij de top van het Nederlandse Handbal hoort en ook nog een LOBOS-opleiding volgt.
Roos van Breukelen in actie
‘Gelukkig is Landstede heel flexibel’, zegt de handbalster. ‘Op dit moment volg ik als het ware een soort schriftelijke opleiding, waarbij ik op vrijdagochtend naar school ga. Op deze manier kan ik op de rest van de werkdagen trainen op Papendal, op woensdagavond meespelen met de HandbalAcademie in de eredivisie en ook nog op donderdagochtend stage lopen in Olst.’ Als alles goed gaat heeft Roos in december haar LOBOS-diploma.
Roos was nog maar een klein meisje van zes toen ze voor het eerst met handbal in aanraking kwam. ‘Mijn moeder en mijn tante vonden het wel wat voor mij en ik vond het ook heel leuk’, vertelt ze. ‘In het begin was het nog allemaal voor de lol, een radslag en een handstandje tussendoor, zwaaien naar mama, je weet wel hoe dat gaat. Maar toen ik een jaar of elf was, kwam mijn talent naar boven en werd ik serieuzer. Toen ben ik bij Kwiek in Raalte gaan spelen, dat nu in de eredivisie speelt. Zo kwam ik steeds een stapje hoger.’ Nu heeft Roos een topsportstatus. Ze heeft jaren in de nationale jeugdploeg gespeeld en is inmiddels uitgenodigd voor de stage van de A-ploeg, het Grote Oranje. ‘Het zijn spannende tijden’, vertelt ze. ‘Je moet voortdurend laten zien wat je kunt. Ik ben eigenlijk geen natuurtalent, dus ik moet hard trainen.’ Roos is berucht om haar afstandsschot. ‘Ik heb een heel hard schot, en ik kan gelanceerd worden’, vertelt ze. ‘Dan kom ik als het ware achterlangs, spring en schiet keihard over de verdediging heen. Het afstandsschot is mijn kracht, daar moet ik het van hebben.’
Roos gaat elke zondagavond naar Papendal in Arnhem. Ze traint er de hele week ’s ochtends van acht tot tien en ’s middags van vier tot zes. Op maandag tot en met woensdag is ze voor school bezig, waarbij ze al mailend met de docent haar opdrachten doet en op woensdagavond speelt ze met de HandbalAcademie en in het weekend bij Gibo groep/Kwiek in de eredivisie. Als haar team hiermee dit jaar bij de eerste vier eindigt gaan ze op Europees niveau spelen. Op donderdagochtend loopt Roos stage als BOS-medewerker (Buurt Onderwijs en Sport) bij de gemeente Olst. ’s Middags traint ze weer op Papendal en op vrijdagochtend gaat ze van negen tot twaalf naar school. ‘Om het reizen te beperken heb ik Landstede een paar jaar geleden verruild voor het CIOS in Arnhem, maar daar kon ik niet wennen. Het was daar onpersoonlijk, niemand leek geïnteresseerd in elkaar. Toen ik weer terugging naar Landstede was iedereen blij om me te zien, het was alsof ik weer thuis kwam.’ Roos doet de LOBOS-opleiding van Sport & Bewegen. ‘Als ik deze opleiding afgerond heb wil ik eigenlijk verder leren omdat ik niet altijd les wil blijven geven, maar ik weet nog niet precies wat.’ Ze vindt het belangrijk om een goede opleiding te volgen bij haar topsportcarrière. ‘Met handbal kun je niks verdienen. En bovendien: als je ooit een blijvende blessure of iets dergelijks krijgt, zit met je handen in het haar zonder diploma. Daarom ga ik voor een opleiding. En Landstede is daar heel flexibel in. Als ik iets wil, helpt men mij erbij. Ik word uitstekend begeleid.’