’t Zal in de tweede helft van de jaren zestig geweest zijn, dat ik met regelmaat op donderdag de Oecumenische Jongeren Sociëteit bezocht. Het was een interkerkelijk gebeuren dat was gevestigd in de Nieuwstraat. Als ik er nu langs loop, denk ik altijd dat het hetzelfde pand is waar het Vliegerhuys in gevestigd is. Zeker ben ik er niet van, want de rest van de huizen aan die kant van de straat is gesloopt ten behoeve van onder meer C&A.
Tja, wat deden we er dan zoal op de donderdagavonden. Diepzinnige gesprekken voeren, het een en ander aan – al dan niet alcoholische – vloeibare versnaperingen tot ons nemen, luisteren naar muziek en veel roken. Van wiet of andere softdrug-achtige toestanden was nog geen sprake.
Wel was de muziek al wat zweverig. Ramses Shaffy was er een gevierd artiest, op de elpee, wel te verstaan. Ik weet nog dat ik er vol trots de elpee ‘Pastorale’ van hem en Liesbeth List mee naartoe nam. Daardoor weet ik nu dat het in 1968 moet zijn geweest. Of ik er veel wijzer door geworden ben? Een beetje vast wel. Ik heb er ook Zwollenaren leren kennen met wie ik heel lang contact heb kunnen houden.
Na afloop gingen we vaak met een groepje naar Frans van Iersel, die een cafetaria dan wel automatiek had in de Broerenstraat. Op ongeveer dezelfde plek in die straat is nu patat in hele grote puntzakken te verkrijgen. Laat op de avond was het er altijd druk. De horeca sloot vroeger dan tegenwoordig en Bioscoop de Kroon sloot, op de zaterdagavond na, de deuren om dezelfde tijd, als wij bij Van Iersel waren. Menigeen lustte dan nog wel een hartig hapje.
Voor ons was Frans van Iersel beroemd om zijn kippenlevertjes, die hij heerlijk gekruid bereidde, meestal zo’n vier stuks aan een stokje. Hij kende veel van z’n klanten en was niet gauw van zijn stuk te brengen. Ook wij behoorden tot zijn pappenheimers.
Soms lukte het ons om een reactie bij hem teweeg te brengen. Bijvoorbeeld als we hem vroegen: “Frans, weet je zeker dat de kippen al volwassen waren? De levertjes zijn wel erg klein deze week!” Hij voegde ons dan enkel een paar ‘quasi-oecumenische woorden’ toe die zelfs nu nog niet voor herhaling vatbaar zijn.