Dirkje van der Veen-Blom is vorige week donderdag 100 jaar geworden. Burgemeester Peter Snijders bezocht haar vrijdag om haar te feliciteren.
Dirkje groeide met haar broer en zes zussen op in een vissersgezin in Monnickendam. De Zuiderzee speelde een belangrijke rol in haar jonge jaren. Ze woonde vlak bij de haven en overstromingen kwamen vaak voor. Dirkje moest regelmatig mee de zee op en als de boot dan ’s ochtends aanmeerde, was ze net op tijd om aan te schuiven in de klas. Als er ’s nachts boten aanmeerden met verse vis, hielp ze mee met het schoonmaken van de vis.
Na de lagere school ging ze werken als hulpje van de koster en later als dienstmeisje in Amsterdam. In 1940 begon ze met een opleiding tot verpleegkundige. Ze woonde boven de ziekenzalen van het psychiatrisch ziekenhuis in Amersfoort en was altijd oproepbaar.
De Tweede Wereldoorlog was geen goede tijd en ook daarna was het moeilijk. Reizen was problematisch en toen haar ouders overleden was het niet mogelijk om naar huis te gaan. Na haar opleiding in Amersfoort ging ze werken in Rotterdam, waar ze haar diploma als kraamverpleegkundige haalde.
Na de oorlog deed ze samen met collega’s mee aan de Nijmeegse Vierdaagse. Hier sloeg ze haar echtgenoot, Albert van der Veen, aan de haak. De verpleegsters uit Rotterdam waren een van de eerste vrouwen die meededen aan de vierdaagse en haar groep is ook nog te zien op ansichtkaarten uit die tijd.
Albert kwam uit Winschoten en nadat ze in 1954 getrouwd waren, zijn ze in Norg gaan wonen. Ze kregen vier kinderen. Albert werkte bij de Rijkspolitie in Drenthe en Groningen. Ze zijn veel verhuisd en woonden vaak naast of boven het politiebureau. In die tijd zorgde mevrouw Van der Veen voor koffie en thee voor de collega’s van Albert en soms ook voor dorpsgenoten die ’s nachts voor de deur stonden.
Nadat Albert met pensioen ging zijn ze in Winschoten gaan wonen. Ze stonden actief in het leven. Albert hield van tuinieren en Dirkje van zingen, volksdansen en gymnastiek. Sport was en is altijd belangrijk in haar leven. Ze deed aan volleybal, tafeltennis, zwemmen, schaatsen en fietsen. Op latere leeftijd ging ze op orgelles, deed een computercursus en heeft ze leren whatsappen.
De kerk heeft een grote rol gespeeld in haar leven, ook daar was ze heel actief. Ze werd eind jaren vijftig de eerste vrouwelijke diaken in Schoonoord en ze gaf les op de zondagsschool.
In 1998 overleed Albert en dat was een moeilijke tijd voor Dirkje. Mede door het verlies van dierbaren om haar heen en corona werd ze eenzaam in Winschoten. Ze besloot een nieuwe start te maken. In februari dit jaar is ze verhuisd naar Zwolle. Haar dochter woont nu dichtbij. Het was een grote stap maar ze heeft geen spijt. Dirkje heeft twee kleinkinderen en drie achterkleinkinderen.