Zwolle – De nieuwe burgemeester vindt de verbinding en samenwerking met de lokale pers belangrijk en daarom kregen de Zwolse media maandagavond gelijk na zijn installatie gelegenheid hem enkele vragen te stellen. Ook had hij even tijd voor Weblog Zwolle en omringd door zijn persvoorlichters gaf hij bereidwillig zijn antwoorden.
Vraag: Wat zijn uw eerste herinneringen aan Zwolle?
Antwoord: Ik ben geboren en opgegroeid in Dalen en kwam als tien-, elfjarig kind al met de trein naar Zwolle, want alles komt hier langs met de trein. Het station met zijn grote mooie kap heeft toen wel indruk op mij gemaakt. Voor mij was Zwolle toen ‘de grote stad’. Later als jongeling kwam ik hier winkelen en shoppen. We waren vanuit Dalen redelijk op Zwolle georiënteerd. Later ging ik hier ook wel stappen. Vanaf kind altijd wel contact gehad met de grote stad Zwolle.”
In het afscheidsinterview met de Stentor als burgemeester van Hardenberg viel de volgende uitspraak op: “We zijn een keer met het college gaan karten. Ik heb benzine in mijn bloed; de wethouders hebben alleen mijn uitlaat gezien.”
Vraag: Hoe groen bent u, ook gelet op het voornemen van Zwolle om het autogebruik in de binnenstad terug te dringen?
Antwoord: “Ik ben heel groen en vind dat het ook heel goed kan samengaan. Ik ben inderdaad autoliefhebber, maar tegelijkertijd ook heel erg verknocht aan het landschap en de natuur en heb ook wel de zorg over hoe het verder gaat. Wat dat betreft zie ik ook wel hele mooie initiatieven rondom autorijden, zoals elektrisch rijden. Dat zijn mooie ontwikkelingen. Voor mij is dat geen tegenstrijdigheid. Mijn autoliefhebberij heeft ook wel een dieper liggende gedachte van de individuele vrijheid die je hebt door de auto. Dat is een groot goed wat mensen nog steeds heel belangrijk vinden. Maar je moet dat wel op een verantwoorde en duurzame manier doen.”
Vraag: U zei “de wethouders hebben alleen mijn uitlaat gezien.” Kennelijk reed u vooraan. Wilt u graag haantje de voorste zijn in het college?
Antwoord: “Daar heb ik niet altijd de behoefte aan want ik vind wethouders en zeker daar waar het gaat over de politiek, dat zij verantwoordelijk zijn voor de dossiers en dat verder moeten brengen. Maar ik ben toch wel een beetje competitief ingesteld. Dat vind ik wel leuk en zeker in het sportieve gebeuren en als de wethouders in dit geval dachten dat ze me voor konden zijn, bleek dat toch heel anders te zijn. Dan moeten ze toch echt een andere sport uitkiezen.”
