Zwolle – Het aantal besmettingen met het coronavirus lijkt vooralsnog niet te stoppen. De ziekenhuizen stromen in hoog tempo weer vol met coronapatiënten. De reguliere zorg in het Isala is weer afgeschaald en het kabinet sluit draconische maatregelen om het virus verder in te dammen niet uit. Maar hoe gaan Zwollenaren om met de coronaregels. Weblog Zwolle nam zaterdag de proef op de som in de binnenstad.
Voorzien van mondmaskers gingen een verslaggever en fotograaf zaterdag de Zwolse binnenstad in. Het werd direct al duidelijk voor het duo dat de adviezen van het kabinet worden genegeerd. Sinds de invoering van de verscherpte maatregelen luidt het advies om zo min mogelijk te gaan winkelen. Als het beslist noodzakelijk is, is het de bedoeling om alleen te gaan.
Verder gelden er nog regels zoals het anderhalve meter afstand houden, het vermijden van drukke plekken en is er het dringende advies om mondkapjes te dragen.
Op de markt was het redelijk druk. Het viel op dat er veel stelletjes en gezinnen samen de noodzakelijke boodschappen deden. Bij een loempiakraam stonden meerdere mensen te genieten van de warme hap. Ook wij slaagden erin om twee loempia’s te bestellen zonder dat er door de verkoper op de coronaregels werd gewezen. Zelfs de flessen hete en zoete saus staan op de toonbank. Iedereen graait naar de flessen om hun oriëntaalse snack in het servetje op smaak te brengen. Van desinfectie is geen sprake. De handhavers die iets verderop staan lijkt het weinig te deren. Het is zuur omdat het nabijgelegen filiaal van McDonald’s zich moet houden aan de zeer strenge regels die gelden voor de horeca. Een medewerker van de hamburgergigant staat bij de deur toezicht te houden. Afhalen mag maar er blijven staan om je Big Mac op te peuzelen is ten strengste verboden. Ook bij Baki’s op de Melkmarkt gelden deze regels. Zodra we naar binnen willen lopen veert de eigenaar al op uit zijn stoel. Terwijl hij zijn mondkapje opzet wijst hij ons op de strikte regels. Zijn zaak is leeg. Misschien wel logisch als je een paar meter verderop, op de markt, je snelle hap naar binnen kan werken zonder al te veel gedoe.
De gemeente Zwolle heeft wel maatregelen genomen op de markt zoals éénrichtingsverkeer. Ook zijn er medewerkers van de gemeente in blauwe hesjes die toezicht houden. Echter zijn het geen BOA’s. Zodra we tegen de stroom in de Melkmarkt op willen lopen vraagt een dame van de gemeente of we om willen lopen. Ook als we aandringen dat we naar de Primark willen wordt er nee gezegd. We worden gevraagd om de pijlen te volgen. Halverwege de Melkmarkt kunnen we dan de route volgen naar onze bestemming. Uiteraard volgen we deze aanwijzingen op. Tot onze verbazing komen we een breed geschouderde spookwandelaar tegen die met zijn fiets tegen de aanbevolen richting inloopt. Bij de Steenstraat staan twee jonge mensen in het hesje van de gemeente het éénrichtingsverkeer te bewaken. Schijnbaar geldt hier het recht van de sterkste. De man met zijn fiets is of helemaal niet aangesproken of hij had maling aan het duo van de gemeente.
Bij de marktkramen kan het kooplustige publiek alles aanraken en doen wat ze willen. Dit terwijl het overheidsadvies is om zo min mogelijk spullen aan te raken. Ook de anderhalve meter wordt lang niet altijd in acht genomen. Het schrille contrast wordt pijnlijk duidelijk zodra we de Primark binnen willen. Een medewerkster staat bij de deur. Ze vraagt ons om een mondkapje op te zetten. Als we zeggen dat we geen mondkapje hebben worden we onverbiddelijk weggestuurd.
We besluiten om de Diezerstraat in te lopen. Het is redelijk druk in de straat. Opnieuw wordt het duidelijk dat veel gezinnen, moeders met kinderwagens en vriendengroepjes door de winkelstraat trekken. Het advies om drukte te vermijden wordt in de wind geslagen. Vooral bij de grotere modeketens staan wachtrijen voor de deur. De anderhalve meter houden is er onmogelijk. De mensen staan te wachten terwijl anderen er langs willen om verder te lopen door de straat.
We besluiten om nog maar eens te kijken hoe het eraan toegaat bij de Primark. Ditmaal proberen we het wel met een mondkapje. In een keurige wachtrij afgescheiden met hekken moeten we wachten voor de ingang. Voorzien van een mondkapje mogen we naar binnen. Als één van ons doorloopt wordt hij direct terug geroepen. Hij moet eerst zijn handen desinfecteren voor hij verder mag winkelen. Binnen is er sprake van rust. We struikelden niet over andere mensen. Ook bij de kassa’s zijn maatregelen genomen om mensen uit elkaar te houden. De modeketen hanteert de coronaregels streng en doet er zelfs een paar extra schepjes bovenop. We hebben niemand gezien in de winkel zonder mondkapje.
Als we besluiten om huiswaarts te keren zien we de opgestapelde terrassen bij stadscafé Blij en andere horecazaken. Voor hen moet het pijnlijk zijn om te zien dat de Glazen Engel op de Grote Markt het nieuwe terras is geworden. Meerdere mensen zitten rustig bij elkaar te eten en te drinken. We wachten nog even af of een tweetal handhavers van de gemeente gaat ingrijpen. Het duo staat op een tiental meters afstand te praten met de toezichthouders op het éénrichtingsverkeer. Na een kwartiertje besluiten we om niet langer te wachten. De BOA’s hebben het niet gezien of vinden het geen reden om in te grijpen.
Op onze weg naar huis zien we dat eetcafé Hawaii op de hoek van de Luttekestraat en de Voorstraat gesloten is vanwege de coronamaatregelen. Ook hier lijkt het weer dat ondernemers in de horeca geen mogelijkheid meer zien om nog normaal te kunnen verkopen. Terwijl we mijmeren dat de beste man beter een marktkraam had kunnen huren ontdekken we de veiligste plek in de Zwolse binnenstad. De Voorstraat is leeg. In de normaalgesproken levendige horeca straat loopt geen mens. Alle kroegen zijn gesloten. De meeste cafés hebben zelfs al hun terrassen opgeruimd.
Het wekt de indruk dat de Zwolse horeca ervan uitgaat dat ze voorlopig niet meer open kunnen gaan. Het is ook ons gevoel door wat we zaterdag hebben gezien in de binnenstad. Het alleen samen kunnen we corona verslaan is tot op heden een loze kreet. Voor- en tegenstanders van de coronaregels trekken alles in twijfel. Ook wij zijn ons dat terdege bewust. Terwijl de één vindt dat het zaterdag wel meeviel in de binnenstad vindt de andere dat het een klap in het gezicht is van de zorgmedewerkers. Maar gelukkig hebben we de foto’s nog.