Dick zien veraaltien: Meester

Door Dick Algra

Ik heb op een lagere school gezeten met zeven lokalen.
Foto: Dick Algra

Ik heb op een lagere school gezeten met zeven lokalen. Als je niet een keer bleef zitten, deed je er toen zes jaar over. Vanwaar dan een extra lokaal? Waarschijnlijk had de architect in de jaren dertig andere plannen. Maar de geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog, waartoe ik ook behoorde, vroeg om meer ruimte.

Op de klassenfoto die ik nog in mijn bezit heb, staan in het totaal 45 kinderen waarmee wel duidelijk wordt dat een beetje extra ruimte broodnodig was.

Er werd elk schooljaar met kinderen heen en weer geschoven en zo ontstond er een extra klas. Eigenlijk zat in elk lokaal wel een aantal kinderen dat eigenlijk in een andere klas thuishoorde.

We hadden dus ook zeven leerkrachten, vijf mannen en twee vrouwen, onderwijzers en onderwijzeressen genoemd. En één extra kracht, de conciërge.

Zes schooldagen met enkel de woensdag- en zaterdagmiddag vrij. Twee keer per jaar hadden we een woensdagmorgen vrij, want dan vergaderden de juffen en de meesters, zo werd ons verteld.

Hoe die leerkrachten het deden? Vergeleken met de verhalen die ik over de huidige werkdruk hoor, lijkt het me dat ze toen wonderen hebben verricht.

We kwamen allemaal die zes, soms zeven, jaar door. Met een goede basis voor het vervolgonderwijs en een behoorlijk algemene ontwikkeling. Met zelfs een of twee uur per week gymnastiek en er was ook nog tijd om mooie verhalen voor te lezen.

Ja, soms kwamen er ‘kwekelingen’, leerkrachten in opleiding, stage lopen. Dan hadden de eigen mensen tijd voor wat andere, vaak organisatorische, zaken. Die kwekelingen brachten me ooit op het idee om me ook te laten inschrijven op de kweekschool. Ik zag mezelf ook wel voor de klas staan. ’t Leek me geweldig om naast taal en rekenen ook vakken als geschiedenis en aardrijkskunde te mogen geven. Zou ik mooie verhalen kunnen vertellen.

Nog voordat ik aan de opleiding begon, realiseerde ik me dat ik dus ook gymnastiek moest geven. Daar moest ik maar niet aan beginnen, hetgeen eenieder die me kent, zal beamen. En ik vond mezelf te fantasieloos om een goede verhalenverteller te worden.

Niet wetende dat ik een kleine zestig jaar later dit soort verhaaltjes zou gaan schrijven. Waarmee zo’n beetje bewezen wordt, dat ze geen fantasie zijn, maar de eenvoudige waarheid, met wat tierelantijntjes er omheen.

Foto 1
Ik heb op een lagere school gezeten met zeven lokalen. - Foto: Dick Algra
Ik heb op een lagere school gezeten met zeven lokalen.
Foto: Dick Algra

Gerelateerde Berichten

(Automatisch gegenereerd)