Een week geleden bood burgemeester Peter Snijders samen met andere bestuurders uit het noorden van het land een petitie aan in de Tweede Kamer. Ze vroegen aandacht voor de problemen op het spoor tussen Zwolle en Meppel. Op dit spoortraject ligt het treinverkeer met grote regelmaat stil en dat is een doorn in het oog van lokale en provinciale bestuurders.
Gisteren besloot een meerderheid van de Tweede Kamer om extra geld vrij te maken voor een betere bereikbaarheid van Noord-Nederland per spoor. “Goed en mooi dat de Tweede Kamer de aanpak van de flessenhals op het spoor tussen Zwolle en Meppel steunt,” reageert burgemeester Snijders woensdag op X. “Nu doorpakken en knelpunten zo snel mogelijk aanpakken.”
Eerder was er al 35 miljoen euro vrijgemaakt, wat echter onvoldoende was. Dinsdag besloot de Tweede Kamer om 40 miljoen euro extra uit te trekken. Met het geld wordt in Meppel een perron toegevoegd en komen er wissels bij. Momenteel heeft het station drie perrons en daar maken alle treinen die tussen Zwolle en de provincies Drenthe, Friesland en Groningen rijden gebruik van. Bij het minste of geringste probleem loopt het gehele treinverkeer vast. Dat gebeurt dan ook geregeld, gemiddeld negen uur per week.
Een ander punt van zorg is de spoorlijn tussen Zwolle en Meppel. Alle treinen tussen Zwolle en Noord-Nederland maken er gebruik van. Een alternatief is er niet. De lijn kent meer dan tien overwegen en bruggen. Bij een storing of aanrijding moet het noorden het doen zonder treinverbinding met de rest van Nederland.